Bij GGz Centraal zijn honden in principe niet toegestaan. Alleen honden met een hulpfunctie (hulp- of assistentiehonden) kunnen wij onder de volgende voorwaarden toelaten. Hieronder vindt u de regels voor de poliklinieken en klinieken.

Poliklinieken

  • de hond is altijd herkenbaar als hulphond
  • de hond is aangelijnd
  • de hond draagt zichtbaar een dekje met het logo van de stichting die de hond getraind heeft en de tekst waaruit blijkt dat het om een assistentiehond gaat
  • de hond is aantoonbaar gevaccineerd, ontwormd en recent behandeld met anti-vlo en anti-teek middel; u moet op verzoek van de medewerker een legitimatiepasje tonen met de naam van de baas en de naam van de hond, eventueel met foto’s
  • als de hond niet bij een stichting getraind is, moet u een persoonsgerichte (medische) verklaring kunnen tonen over het belang van de hulphond

Als er geen mogelijkheid is de hulphond mee te nemen tijdens een afspraak bij GGz Centraal, dan kunt u het beste iemand meenemen die buiten het gebouw (of in overleg met de receptie in de wachtkamer) bij de aangelijnde hond verblijft. Wilt u tijdens een poliklinisch contact een assistentiehond meenemen? Meld dit dan altijd bij de intake en bij het maken van een afspraak. Het secretariaat geeft dit door aan betrokken behandelaar.

Kliniek

Wij staan het meenemen van een assistentiehond tijdens een klinische opname alleen toe als er beschikking is over een éénpersoons kamer. Tijdens de klinische opname verblijft de hond dan ook uitsluitend in de éénpersoons kamer. Of in de gang met als doel de afdeling met u te verlaten.
Bij de intake of tijdens een gesprek op afspraak bespreekt u de wens een assistentiehond mee te nemen. De teamleider overweegt – eventueel in overleg met de behandel(a)ar(en) – of wij toestemming kunnen geven. Wij beoordelen dan namelijk of er sprake is van een onevenredige belasting dan wel of bescherming van de veiligheid en de gezondheid noodzakelijk is (wettekst).

Als de hond welkom is, gelden in de kliniek de volgende regels:

  • de hond is altijd herkenbaar als hulphond
  • de hond is aangelijnd
  • de hond draagt zichtbaar een dekje met het logo van de stichting die de hond getraind heeft en de tekst waaruit blijkt dat het om een assistentiehond gaat
  • de hond is aantoonbaar gevaccineerd, ontwormd en recent behandeld met anti-vlo en anti-teek middel; u moet op verzoek van de medewerker een legitimatiepasje tonen met de naam van de baas en de naam van de hond, eventueel met foto’s
  • als de hond niet bij een stichting getraind is, moet u een persoonsgerichte (medische) verklaring kunnen tonen over het belang van de hulphond
  • u moet zelf iemand regelen voor het uitlaten en verzorgen van de hond (!)