Vlak voor haar pensioen – in 2015 – vroeg de raad van bestuur haar een driejarig project ‘Resultaten vertellen’ aan te sturen. Ze moest er even over nadenken maar pakte de handschoen met veel plezier op. Onlangs rondde ze het project af. Mariëtte Robbe over startproblemen, succesverhalen en bevlogen medewerkers.
‘Ik startte met dit project in december 2015, samen met Jan Laterveer, bestuurssecretaris. Eigenlijk leerde hij me GGz Centraal kennen. Ik was het schoolvoorbeeld van een medewerker die niet weet wat er allemaal in GGz Centraal gebeurt. Voorheen werkte ik als hoofd van drie zorgprogramma’s in de Rembrandthof in Hilversum, maar ik had geen idee wat zich afspeelde in Eemland, Flevoland of Veluwe & Veluwe Vallei. Dat was een eyeopener voor me.’
laten zien wat we doen
Het idee achter het project was dat we – zowel binnen als buiten GGz Centraal – zouden laten zien wat we doen en waar we trots op zijn, dat zou ons ook onderling verbinden. Mariëtte: ‘Dat was een gemis. Door de fusie en de bezuinigingen die daar gelijk overheen kwamen, waren medewerkers vooral bezig het hoofd boven water te houden. Bovendien waren we zo’n grote organisatie geworden, dat versplintering op de loer lag; het was niet meer zichtbaar wat GGz Centraal precies is en wat we doen. De onderlinge verbinding was ver te zoeken.’
beslist meer contact
‘De start van dit project was lastig’, blikt Mariëtte terug. ‘Je moet van niks iets maken. Hoe krijg je de samenwerking tussen de regio’s op gang? Dat iedere regio zijn eigen kleur heeft, prima, dat moet ook. Maar we kunnen echt meer van elkaars talenten gebruikmaken. Dan hoeven we ook niet overal het wiel uit te vinden. Die verbinding organiseren, dat vind ik nog niet zo goed gelukt. Op informeel niveau is er beslist meer contact nu, maar de netwerken die we probeerden op te zetten – bijvoorbeeld een vrouwennetwerk en een jongerennetwerk – dat is niet gelukt. Ik zie wel groei. De wil om samen te werken is enorm toegenomen, we zoeken verbinding. Die beweging is er en die gaat ook door, maar niet vanzelf. Gelukkig heeft de raad van bestuur dit opgepakt: verbinden wordt een belangrijk thema de komende jaren.’
koudwatervrees
‘Het andere projectdoel – dat mensen met trots over hun werk vertellen – is wel goed geslaagd,’ vervolgt Mariette enthousiast. ‘We hebben op onze website een banner ingezet om de verhalen van medewerkers voor het voetlicht te brengen. In het begin was dat nog niet zo makkelijk. Er heerste een mentaliteit van ‘je hoofd niet boven het maaiveld uitsteken’ en ‘is het wel zo bijzonder wat we doen, moet dat nou op internet?’
Wat koudwatervrees voor zo’n publicatie is misschien ook niet zo vreemd; de verhalen op de website worden ook gedeeld via Facebook, Twitter en LinkedIn. Maar al snel bleek dat de meeste mensen het toch fijn vinden en trots zijn als ze over hun werk vertellen. Het werd een succes. Op een gegeven moment gingen mensen ons zelfs benaderen om hun verhaal te vertellen en tegenwoordig zitten we al voor maanden volgepland.’

hart voor hun vak
Wat staat Mariëtte het meeste bij? ‘De verhalen van patiënten,’ antwoordt ze zonder twijfel. ‘Die staan vooral in de drie boekjes die we gemaakt hebben: één ter gelegenheid van het afscheid van Thea Heeren, raad van bestuur, één over ouderenpsychiatrie en één over het centrum voor psychotherapie. Die verhalen vind ik zo mooi omdat ze van zoveel vitaliteit en veerkracht getuigen. Ze laten echt zien wat nodig is voor een goed herstel. Het verhaal van FACT-Soest vond ik ook heel bijzonder. Voor dat verhaal mocht ik aanwezig zijn bij een gesprek tussen een ernstig sombere cliënt en een psychiater die door middel van shared decision-making tot een goed plan kwamen. En de verhalen van de maatschappelijk werkers… prachtig! Zij hebben zo’n hart voor hun vak. Wat me het meest raakte waren de mensen die zo bevlogen zijn. En dat waren er echt veel!’
mensen houden van verhalen
Resultaten vertellen stopt als project maar gaat door als beweging. ‘Daar ben ik blij om, het is ook echt nodig,’ meent Mariette. Ze vervolgt haar pleidooi: ‘Wil je in een organisatie van elkaar weten wat je doet, dan moet dat zichtbaar zijn. Het verhaal is een krachtig middel. Mensen houden van verhalen. Cijfers en statistieken zijn ook nodig, maar het verhaal laat zoveel meer zien. Door verhalen krijg je contact en door iemand zijn verhaal te laten vertellen, geef je hem erkenning voor wat hij doet. Juist in zo’n grote organisatie is dat belangrijk. Verhalen dragen bij aan verbinding en samenwerking, daar ben ik van overtuigd!’