Hilly Pierik staat elke dinsdag trouw van half 11 tot 11 uur klaar voor iedereen die behoefte heeft aan een moment van danken, gebed en bezinning. Ze gelooft in de kracht van eenvoud en probeert tijdens alle gebedsmomenten de succeselementen ‘continuïteit’ en ‘persoonlijke aandacht’ aan te brengen.
“Het gebedsmoment is laagdrempelig en veel mensen hebben een achterliggende geschiedenis met een bepaalde vorm van levensbeschouwing. Ik zie dat men graag een moment neemt om te bedanken. Bijvoorbeeld voor het mooie weer en om iedereen een goede vakantie te wensen, of samen bidden voor de gezondheid van dierbaren. Het gaat vaak om simpele, eenvoudige dingen. Grote psychologische stappen zetten, gaat niet meer. Er is tijdens elk gebedsmoment wel iemand die voor wereldvrede bidt, zo bad afgelopen zomer nog iemand voor Noord- en Zuid-Korea. Het verbaast me soms hoe goed patiënten in de instelling op de hoogte zijn van internationale actualiteiten en hoe vaak gebeden over dit soort onderwerpen gaan.”
Hilly probeert zo min mogelijk af te wijken van de vaste structuur in de bijeenkomsten en heeft het liefst dat elk gebedsmoment van binnenkomst tot eind helemaal hetzelfde is. “Ik focus vooral op continuïteit”, vertelt Hilly, “Mensen verwachten dat ze hun verhaal kwijt kunnen of dat er bijvoorbeeld voor een familielid wordt gebeden die aan het backpacken is in Thailand of eindexamens moet maken. Sommige mensen hebben van tevoren al bedacht wat ze willen zeggen, als ik dan ga improviseren of met wat nieuws kom, stel ik ze ontzettend teleur. Er wordt gerekend op dat vaste ritueel. Niet iedereen hoeft elke week te spreken, maar ik ga wel altijd het rijtje langs, dat meestal bestaat uit een man of 12. Als ik binnenkom in de Kapel denk ik soms wel eens, ik heb natuurlijk veel met het geloof, maar een ander misschien totaal niet. Dat is ook helemaal niet nodig. Het is niet belangrijk welke levensbeschouwing men heeft, het gaat om een moment van bezinning waar merkbaar behoefte naar is.”
Het gebedsmoment loopt bijzonder goed. Uitbreiding van de groep ziet Hilly ondanks het succes niet zitten. “Op een dag had ik een groep van 16 man, ik vind dat we niet veel meer dan dat moeten willen. Het is fijn dat er elke dinsdag voldoende tijd is voor persoonlijke aandacht en hoe groter die groep wordt, hoe minder dat mogelijk is. Iedereen is welkom, maar het liefst houd ik de gebedsmomenten klein, persoonlijk en eenvoudig. Ik kwam een tijd geleden een patiënt tegen van Eikenstaete (ouderenpsychiatrie) en vroeg hoe het met haar ging. Ze zei: “het ging heel slecht met me, maar ik ben naar de verpleging gegaan en heb gevraagd of ze me wilden opmaken. Dat wilden ze wel. Nu voel ik me weer stukken beter”, vertelde de vrouw. Ze straalde echt een beetje. Je kunt er natuurlijk allerlei diagnostische etiketten aan plakken en het misschien geen langetermijnoplossing vinden, maar ik ben ervan overtuigd dat, hoe eenvoudig het soms ook kan zijn, dat kleine beetje extra aandacht, heel goed werkt voor mensen.

Er kwam onlangs een man de Kapel binnengewandeld, van wie ik weet dat hij erg veel heeft meegemaakt. Maar daar hebben we het nooit over en dat hoeft ook niet. Tijdens het gebedsmoment hoeft men niet over problemen te praten, er hoeft nergens aan gewerkt te worden, je mag zijn zoals je bent. Dat is natuurlijk voor velen een enorme rust. Ik wil graag uitstralen dat niemand zich hoeft te bewijzen, dat het allemaal goed is zo. Ik denk dat het voor cliënten ook prettig is om af en toe in een andere omgeving te zitten dan de behandelomgeving.”
Voorlezen uit de kinderbijbel is vaste prik tijdens de gebedsmomenten. Dat lijkt misschien een hoog kleuterjufgehalte te hebben, maar bijna iedereen is bekend met de inhoud van de verhalen en het is voor de meesten aan de hand van plaatjes erg goed te volgen. “Op het moment ben ik bezig met de tien plagen van Egypte. Als ik het verhaal heb voorgelezen, laat ik de groep de illustratie nog eens rustig zien. Ik probeer als ik een van de gedichten voorlees, het thema aan te laten sluiten op de onderwerpen die ik bespreek uit de bijbel. Ik wil niet te veel aandacht besteden aan dramatische verhalen, ik wil juist bemoedigende teksten voorlezen. Het gedicht kies ik altijd de avond ervoor uit en hoewel de tien plagen natuurlijk een en al drama zijn, probeer ik er toch een passend en optimistisch gedicht aan te koppelen.
Er zijn ook vaak hilarische momenten. Een tijd geleden zaten we in een kring en gaven we elkaar allemaal een hand. Twee mensen die naast elkaar zaten wilden elkaar niet meer loslaten. Die vonden het allemaal veel te gezellig. Ook is er is altijd iemand die per se wil moppentappen na het gebed. Soms zit er een schuine mop tussen, maar ach, als het geen kwaad kan, laat ik het gewoon gaan. Ik wil dat iedereen zichzelf kan zijn en niet dat de één heel lang spreekt en de ander helemaal niet aan de beurt komt. Het geloof is wel mijn drijfveer, maar daar gaat het niet alleen om. Ik doe dit niet voor mezelf, ik zit hier voor de mensen. Ik kan oprecht zeggen dat ik het nooit met tegenzin doe en elke dinsdag half 11 weer sta te popelen om te beginnen met het welkomstwoord.”