Wat gebeurt er als een HIC-afdeling besluit om de EBK’s voorgoed te sluiten? Kun je veiligheid bieden zonder iemand op te sluiten? En hoe bouw je een teamcultuur waarin dit werkelijk lukt? Op de HIC Johannesbos in Ermelo zijn ze die uitdaging aangegaan, en het resultaat mag er zijn: al meer dan duizend dagen is hier niemand gesepareerd.
We spreken met Lianne Rozendaal, verpleegkundige, Nienke Springveld, begeleider, en Martijn van Loo, regieverpleegkundige. Samen vertellen zij hoe hun team de omslag heeft gemaakt van controle naar contact, en hoe gastvrije zorg de norm is geworden. Welke stappen hebben zij gezet? En wat betekent deze manier van werken voor cliënten én medewerkers?
1000 dagen niet separeren. Hoe is jullie dat gelukt?
“Het is allemaal in 2008 begonnen met een dwang- en drangproject. Met als doel om minder dwang en drang toe te passen. Niet om helemaal niet meer te separeren, maar om humaner te werken en minder maatregelen toe te passen.

Toen ging er een separeer dicht. Daarna hebben we gemerkt dat alternatieven vaak net zo goed werken. Gedurende de jaren heeft het team steeds nieuwe manieren uitgeprobeerd: kortere opsluitingen, andere interventies, andere ruimtes.” vertelt Lianne. “Het omslagpunt zit in het idee over de veiligheid van separeren. “Het is niet veiliger om iemand in een EBK te plaatsen. Dat is eerst nog wel de gedachte geweest. Een prikkelarme, veilige omgeving voor de cliënt. Daar is een andere manier van denken voor nodig”, legt Martijn uit. Langzaam is de overtuiging gegroeid dat niet separeren de norm zou moeten zijn. Dit beschrijft de basis van relationele veiligheid, waarbij er sprake is van goede de-escalerende technieken. Zoals situationele bewustzijn; wat betekend dat je de observaties die je doet goed kan analyseren en interpreteren en daarop snel anticipeert. Door dit gevoel van veiligheid durft iedereen ja te zeggen, tegen niet separeren.
En hoe is die denkomslag dan gekomen?
Die omslag in denken is niet van de ene op de andere dag gekomen. Lianne vertelt hoe het team stap voor stap in heeft gezien dat separeren niet gelijkstaat aan veiligheid. “We hadden vroeger separeerprogramma’s. Een uur separeren, een kwartiertje eruit. En dat voelde toen als structuur, als bescherming. Tot je op een dag denkt: is dit nou echt veiligheid? De denkomslag is dus groot. Veiligheid ontstaat niet door afstand, maar door contact. Als je iemand veilig naar een EBK kunt brengen, kun je net zo goed veilig bij iemand blijven.” Het team begon te merken dat het ook zonder kon. In de loop van de tijd zijn er alternatieven en nieuwe werkwijzen ontstaan. “We zagen steeds vaker: het kan óók anders. En eigenlijk hebben we die separeerruimte helemaal niet nodig”. Een duidelijke ontwikkeling van beheers gerichte zorg naar herstelgerichte zorg.
Gastvrije zorg is de nieuwe start
Gastvrije zorg is een kernprincipe geworden op de HIC Johannesbos. “Het begint al bij de deur. Een cliënt komt binnen en heeft het bont gemaakt buiten. Bij ons begin je opnieuw. Voorheen werd een cliënt apart gezet in een kamer om ‘af te koelen’. Dat doen wij niet meer zo. Je krijgt een bakje koffie en we maken direct contact. Het is een compleet andere start dan eerst: geen directe opsluiting of afstand”, vertelt Lianne.
Een gastvrij ontvangst legt een belangrijke basis voor de rest van de behandeling, maar het is allesbehalve vrijblijvend. Dit doen we ook als iemand onder de meest heftige omstandigheden wordt opgenomen: geboeid, met spuugmasker, adrenaline van omstanders die druk uitoefenen, of bij extreme verwardheid en angst. Het is een spannend snijvlak van veiligheid versus contact. We moeten vertrouwen hebben in elkaars kennis en vaardigheden, gesprekstechnieken, kwetsbaarheid naar elkaar en de cliënt, en het vermogen om het proces te vertragen. Daarbij gaat het ook om de ander echt zien en openstaan voor de emoties. Tijd nemen om te ontdooien, de cliënt te leren kennen en te zien of de BVC (Brøset Violence Checklist) afneemt, zonder meteen dwang toe te passen.
Vroeg signaleren
Het contact wordt de hele dag volgehouden. Binnen de HIC hanteren ze de werkwijze: ‘Kantoorvrij verplegen’. “We zijn continu op de groep, kijken naar de non-verbale communicatie van cliënten, waar ze naartoe gaan, signaleren subtiele spanningen zoals: sneller lopen, zwaarder ademen, een deur die te hard dichtgaat. Door altijd op de groep te zijn, zijn we er vroeg bij. Nog voordat de agressie écht ontstaat. We maken gebruik van de BVC, een instrument waarmee we gedrag objectief bekijken en het risico op agressie kunnen inschatten. Op basis van die score bepalen we welke interventies nodig zijn: hoe hoger de BVC, hoe intensiever we inzetten op begeleiding en ondersteuning”, vertelt Nienke. Deze werkwijze stelt het team in staat om proactief en preventief te handelen, in plaats van te moeten ingrijpen bij escalaties. Het vraagt om een hoog niveau van klinisch redeneren, situationeel bewustzijn en teamafstemming. Door voortdurend in contact te blijven met de leefwereld van de cliënt, ontstaat ruimte voor kleinere interventies die escalatie kunnen voorkomen.
Van EBK naar 1-op-1 ruimte
Een cruciale stap in het proces was de ombouw van de eerste separeer naar de Comfortroom. “Dat was eigenlijk onze eerste stap naar minder dwang en drang,” vertelt Nienke. “We hadden vroeger vier separeers, inmiddels is dat afgebouwd naar één EBK, één comfortroom en één 1 op 1 ruimte. Als iemand nu hevige spanning of agressie laat zien, begeleiden we hem in de 1-op-1-ruimte. De 1op1 is een ruimte waar we mensen begeleiden wanneer er sprake is van agressie of ernstige ontregeling waardoor verblijf op de groep niet mogelijk is. In deze ruimte verblijven we samen met de cliënt, zonder dat er een deur gesloten is en met behoud van contact in plaats van afzondering. De Comfortroom is daarnaast een plek waar mensen tot rust kunnen komen, en waar we ook gesprekken voeren. Vroeger zouden we iemand in zo’n situatie meteen separeren, nu begeleiden we hem juist naar die ruimte. Geen deuren dicht, maar we blijven in contact met elkaar en er is ruimte voor emoties.” Dit vraagt van de professional vooral emotionele beschikbaarheid, dit is het vermogen om spanning te verdragen zonder terug te vallen op dwang. Wat betekend dat je zorg voor elkaar moet hebben als collega’s.
Shining en holding
Shinen en holding zijn technieken die ingezet worden op de HIC Johannesbos. Holding beheerst agressie als het nodig is, maar shinen gaat om iemand meekrijgen, te bewegen naar een andere plek zonder fysiek vasthouden. “Vroeger pakten we iemand bij de deur vast, nu maken we een uitnodigend gebaar. Het werkt en voelt menselijker. Het is ook een manier om duidelijk grenzen te stellen en ruimte te bewaken”, legt Martijn uit.
Rooming in van de poes
Een bijzondere situatie laat zien hoe flexibel de HIC Johannesbos te werk gaat. Een cliënt had thuis een oude poes die hij dagelijks verzorgde. Op een gegeven moment was hij niet meer in staat om continu op en neer naar huis te reizen. “Normaal zijn huisdieren niet toegestaan, maar voor hem was deze kat zijn lust en zijn leven,” vertelt Nienke. “We hebben onze huisregels doorbroken en de kat hierheen gehaald.”
De patiënt was niet meer in staat om op en neer te reizen door een verslechterd toestandsbeeld en dreiging in de thuissituatie. Intensiveren vanuit de afdeling was daardoor onvermijdelijk. “Zijn vrijheden moesten worden beperkt en zijn medicatie verhoogd. Eerdere keren had dat geleid tot ernstige escalaties, inclusief EBK-zorg en zelfs twee overplaatsingen. Door dit keer mee te bewegen met zijn grootste zorg (de kat) konden we dat gevaar binnen de kliniek voorkomen.”
Het bracht rust en gaf ruimte om in samenwerking tot behandeling te komen, zonder dat er dwang of drang nodig was. De kat naar de afdeling halen was dus geen spontane actie, maar een doordachte manier om contact te behouden, veiligheid te waarborgen en samen een stap vooruit te zetten. Meneer voelde zich gesteund en gezien, en had daardoor de motivatie om meer naar ons toe te bewegen. Zoiets kun je en durf je alleen te doen als je als team volledig achter je keuzes staat.”
Structuur, lifestyle en slaap
Naast contact en begeleiding is dagstructuur essentieel. “Veel cliënten komen vervuild binnen, zonder ritme. We beginnen bij de dagelijkse zaken: eten, drinken, wassen, tandenpoetsen. Daarna bieden we programma’s aan, zoals koken, sporten, hardlopen. We hebben zelfs collega’s die zich hebben laten trainen tot running therapeuten en lifestylecoaches”, zegt Lianne.
Slaap is een heel belangrijk onderdeel van herstel. “Voorheen gaven we medicatie. Nu kijken we veel meer naar de reden waarom een cliënt niet slaapt. Heeft het te maken met het dag- of nachtritme? Komt de cliënt overdag wel genoeg in actie om moe te worden? We vragen meer door naar de gedachtes van de cliënt en helpen hierin een weg te vinden. Door te bewegen, mediteren, of simpelweg frisse lucht te krijgen. Het doel is dat slaap en ritme op een natuurlijke manier herstellen”, vertelt Nienke.
Het afschaffen van afdelingsregels
Een ander belangrijk punt is het afschaffen van regels. “De enige regels die we nog hanteren zijn de algemene regels van GGz Centraal, en die afspraken gaan o.a. over veiligheid en middelen, dus wapens en alcohol- of drugsgebruik,” legt Nienke uit. Mogen cliënten ’s avonds roken? Een tosti maken in de ochtend? Ja, waarom niet? “We hebben gekeken naar welke regels echt nodig zijn. Dat geeft rust en voorkomt strijd. Veel incidenten ontstonden door kleine, ongeschreven regels. Om maar het gevoel te hebben dat er grip is, dat het niet tussen je vingers door glijdt. Alle regels die je hebt als afdeling, moeten uit te leggen zijn.” Dit sluit aan bij het principe van positieve risiconeming, waarbij cliënten de ruimte krijgen om eigen keuzes te maken binnen duidelijke, uitlegbare grenzen. Het loslaten van micromanagement en het vertrouwen op professionele nabijheid en dialoog draagt bij aan wederzijds respect en autonomie. Dit past bij het bevorderen van eigen regie waar mogelijk.
Van kleine stappen naar groot resultaat
Volgens Nienke is het belangrijk om te beseffen dat dit resultaat het einde is van een lang proces, niet het begin. ”Waar we misschien makkelijk aan voorbijgaan, is dat dit het resultaat is van heel veel veranderingen, hard werken en een ontwikkeling die jaren heeft geduurd. De gedachte moet niet zijn: we willen per se zonder EBK werken. Maar: we willen stap voor stap onze dwang en drang verminderen en kijken hoe we ooit daar kunnen komen.” Op de HIC Johannesbos is dat begonnen met kleine, concrete stappen. Een gastvrij onthaal, het afschaffen van afdelingsregels, aandacht voor de eerste vijf minuten van een opname. “Kijk eens wat er gebeurt als je daarmee begint. Je gaat anders kijken en niet meer vanuit controle, maar vanuit contact.”
Duizend dagen en verder
De alternatieve werkwijzen werken. Het resultaat spreekt voor zich: ruim duizend dagen zonder separatie. “En dat is iets waar wij als team heel erg trots op zijn. Cliënten voelen zich gezien, medewerkers ervaren werkplezier, en de afdeling is veiliger dan ooit. Het zou niet werkten als het team niet samenwerkt. Je moet het echt samen doen. En dat is het mooiste resultaat.”
Wat hierbij vaak onderschat wordt, is dat wij nog altijd iedereen opnemen. We weigeren geen cliënten, ook niet wanneer iemand in de vooraanmelding een heftige crisis heeft of eerder als ‘EBK-behoeftig’ is aangemerkt. De crisisdienst in onze regio heeft hierin een groot aandeel. Zij melden patiënten niet meer aan als ‘EBK op de achtergrond’ en hebben volledig vertrouwen in ons als afdeling, en laten de regie hierin ook bij ons. Zo hoeven wij geen cliënten naar andere klinieken te plaatsen omdat zij een EBK ‘nodig hebben’. Ook deze complexe opnames pakken we gewoon op, zoals we dat altijd doen. Dit benadrukt dat ons beeld van “alleen makkelijke opnames” een misvatting is. Wij bieden zorg aan iedereen die het nodig heeft.
Voor collega’s, die tijdens deze 1000 dagen hier zijn komen werken, betekend dat ze werken binnen een unieke leeromgeving waarin herstelgerichte zorg, relationele veiligheid en professionele nabijheid niet alleen begrippen zijn, maar dagelijkse praktijk. In plaats van te leren hoe je controle uitoefent, leer je hoe je contact maakt. In plaats van te oefenen met afzondering, oefen je met aanwezig blijven in spanning. Nieuwe collega’s leren dat veiligheid niet ontstaat door regels of muren, maar door professionele nabijheid, teamafstemming en het vermogen om te vertragen.